.

.

zaterdag 18 januari 2014

Thank You for calling me..!


Nineve, Duitsland en Gehoorzaamheid

Hèè???

Wat hebben die nou met elkaar gemeen, zou je zeggen...

In onze gemeente sprak een gastvoorganger eens over Jona en over zonde. Zonder al te veel omhaal van woorden vertelde hij, na het lezen van Jona, dat Jona zondigde door niet te doen wat God van hem vroeg.


Voor degenen, die het verhaal niet kennen:

Jona 1:1-3
“1 Eens richtte de HEER zich tot Jona, de zoon van Amittai: 2 ‘Maak je gereed en ga naar Nineve, die grote stad, om haar aan te klagen, want het kwaad dat ze daar doen is ten hemel schreiend.’ 3 En Jona maakte zich gereed, maar vluchtte naar Tarsis, weg van de HEER. Hij ging naar Jafo en vond er een schip met bestemming Tarsis. Hij betaalde de overtocht en ging aan boord om mee te varen naar Tarsis, weg van de HEER.”

Zonde!! Dat was het! Jona wíst wat God van hem vroeg en koos er bewust voor om in tegengestelde richting te vluchten. Ver weg van waar God hem wilde sturen. Hij had er schoon genoeg van en ging z’n eigen weg. Hij was een trouwe dienaar van de Heer, maar dit ging hem te ver. Hier wilde hij God niet langer gehoorzamen. En hij was bereid om de eventuele gevolgen daarvan te dragen. Die zouden dan ook niet lang op zich laten wachten.


Jona 1:4-8

“4 Maar de HEER wierp een hevige storm op de zee, en de zee werd zo wild dat het schip dreigde te breken. 5 De zeelieden werden bang, en ieder riep tot zijn eigen god om hulp. Ook gooiden ze, om het gevaar af te wenden, de lading in zee. Maar Jona was in het ruim van het schip afgedaald, was daar gaan liggen en in een diepe slaap gevallen. 6 De schipper ging naar hem toe en zei tegen hem: ‘Wat lig jij hier te slapen! Sta op, roep je God aan! Misschien dat hij zich om ons bekommert, zodat we niet vergaan.’ 7 Intussen overlegden de zeelieden: ‘Laten we het lot werpen om te weten te komen wiens schuld het is dat deze ramp ons treft.’ Ze wierpen het lot, en het lot viel op Jona.8 Toen zeiden ze tegen hem: ‘Vertel ons: Hoe komt het dat deze ramp ons treft? Wat doe je hier aan boord? Waar kom je vandaan? Uit welk land kom je? Bij welk volk hoor je?’ ”

Ja, Jona zondigde. En wat was het gevolg?

- Andere mensen kwamen door hem in gevaar.
- Hij bidt niet meer.
- Hij komt zwaar in de problemen.

Eigenlijk kán Jona niet meer bidden, want er zit iets tussen hem en God. Iets dat maakt dat hij niet meer naar God toe kan.

In eerste instantie voelt hij zich schuldig, daarna angstig.
Maar daarna is er ook trots. “Okee, ik ben misschien fout, mááárr...”
En vervolgens kiest hij ervoor om daar de gevolgen dan ook maar van te dragen.

Jona 1:11-16

“11 En ze vroegen hem: ‘Wat moeten we met je doen, dat de zee ons met rust laat?’ Want de zee werd hoe langer hoe onstuimiger. 12 Hij antwoordde: ‘Gooi me in zee, dan zal de zee jullie met rust laten. Want ik weet dat het mijn schuld is dat deze storm zo tegen jullie tekeergaat.’ 13 Maar de mannen roeiden uit alle macht om weer aan land te komen; dat lukte hun echter niet, want de zee ging steeds onstuimiger tegen hen tekeer. 14 Toen riepen ze tot de HEER: ‘Ach HEER, laat ons toch niet vergaan als wij het leven van deze man opofferen. Reken het ons niet aan als hier een onschuldige sterft. U bent de HEER, al wat u wilt dat doet u!’ 15 Toen tilden ze Jona op en gooiden hem in zee, en de woede van de zee bedaarde. 16 De mannen werden vervuld van bang ontzag voor de HEER. Ze brachten hem een offer en deden hem geloften.”
Jona 2:1
1 De HEER liet Jona opslokken door een grote vis. Drie dagen en drie nachten zat Jona in de buik van de vis.”

En daar ligt Jona dan, in de buik van een (wal?)-vis...

Spartelend gaat hij een wisse verdrinkingsdood tegemoet.
Het lijkt wel of hij God niet eens meer kán horen. Het lijkt wel of God hèm niet meer hoort.
Maar....God hoort ALTIJD álle gebeden. En Jona waagt het...

Jona 2:2

“2 Toen begon hij in de buik van de vis tot de HEER, zijn God, te bidden:
3 ‘In mijn nood roep ik de HEER aan 
en hij antwoordt mij. 
Uit het rijk van de dood schreeuw ik om hulp – 
u hoort mijn stem!”

Hee...daar is toch iets veranderd, maar wat?

Wat maakte, dat God hem nu niet alleen hoorde, maar zelfs antwoordde?
Dat kwam door Jona zèlf! Jona bracht eindelijk zijn fout bij de Heer! Wat er al die tijd tussen hem en God had gestaan, was in feite die ene zonde waar hij nu zo ongelooflijk veel spijt van had, maar die hij tot dan toe niet bij de Heer had gebracht.
Onbeleden zonde.
Of in moderne taal: weten dat je fout bent in de ogen van de Heer, maar bewust je fout niet toegeven en bekennen in spijt...

Het waarom.

De oplettende lezer zal het opgevallen zijn, dat ik twee versen heb overgeslagen, nl. de versen 9 en 10 uit Jona 1.
Waarom was dit allemaal nodig? Waarom koos Jona er in eerste instantie voor om juist in tegenovergestelde richting weg te vluchten van de Heer? Waarom wilde hij Hem niet gehoorzamen?
Een stukje geschiedenis:
In Jona’s tijd werd het noorden van Israël met de regelmaat van de klok overvallen en geteisterd door het volk van Nineve, dat de streek binnenviel, de mannen en jongens vermoordde, vrouwen en meisjes verkrachtte, bezittingen en vee buitmaakte en de dorpen platbrandde. Dat gebeurde op grote schaal.
Op de vraag van de zeelieden wie hij was, antwoordde Jona:

Jona 1:9-10

“9 Jona antwoordde: ‘Ik ben een Hebreeër en ik vereer de HEER, de God van de hemel, de God die de zee en het land gemaakt heeft.’ 10 De mannen werden doodsbang, en toen ze van hem hoorden dat hij was weggevlucht van de HEER, zeiden ze tegen hem: ‘Hoe heb je dat kunnen doen?’ “

Wel...Jona was die hel in het noorden nou juist ontvlucht! Jona had genoeg ellende gezien, genoeg dood en verderf en armoede en verdriet door dat volk van Nineve. Hij was eindelijk veilig en dan vraagt God van hem om juist naar Nineve zelf te gaan?? Het hol van de leeuw? De bron van alle ellende?? Dát kon Jona niet opbrengen!

Dáárom vluchtte hij weg van de Heer!

De spreker vergeleek dit met het duitsland van tijdens de oorlog. Hoe zou een gevluchte jood gereageerd hebben, als God hem gevraagd had om naar Duitsland terug te keren om ze daar in Zijn Naam eens flink de oren te wassen?

Zeer waarschijnlijk op dezelfde wijze! En dat zou dan nog begrijpelijk zijn ook!
En ja...als je Jona in deze tijd plaatst, zoals die spreker deed, dan wordt het toch wel heel erg tastbaar. Dan is het opeens niet meer alleen een verhaal uit een heel ver verleden. Hoe zou je zelf reageren? Begrijpelijkerwijs waarschijnlijk net als Jona.
Maar let op:
Begrijpelijk wil niet zeggen dat het ook goed is!!! Integendeel!
Dán kom je bij die trots, waar ik al eerder over sprak: “Ja okee, dat stáát er wel, maarr...”

Als God iets van jou vraagt, is Hij daar heel duidelijk in. Misschien begrijp je het ‘waarom’ nog niet, maar het gaat erom dat je Zijn weg volgt en leert te vertrouwen dat Hij je alle kennis, bescherming en wijsheid geeft, die je op je weg nodig hebt!


Bewust geen gehoor geven aan God’s opdracht, om welke ‘begrijpelijke’ reden dan ook, verwijdert je van God. Met alle nare gevolgen vandien...


“Als God ons over rotsige paden leidt, zorgt Hij ook wel voor stevige schoenen.”

(Corrie ten Boom)
Ik heb God gevonden

Nu ik een grote keuze heb gemaakt:
een zoektocht naar mijn Heer,
bid ik dat hij me ook werkelijk raakt,
want soms weet ik het echt niet meer.

Ik hoop en bid dat hij mij zegt,
Ik ken je en weet wat jij niet kan,
maar geloof Me, alles komt terecht,
als jij je door Mij laat dragen dan.

Hij vraagt van mij om te geloven
en dat is ook werkelijk wat ik wil,
maar soms lijkt mijn Here God daarboven
zo oneindig ver en zo griezelig stil.

Ik zoek in bijna elke hoek
en heb het bijna wel gehad,
als ik opeens een zin zie in een Boek:
“Ik hoor je wel en woon in je hart!”

“Ooit heb je je hart aan Mij gegeven
en sindsdien was het steeds Mijn huis.
Vaak sloot je Mij buiten voor heel even,
maar gelukkig: je bent weer thuis!”

En zonder duidelijk aanwijsbare reden,
voel ik me opeens heel blij
als ik besef dat net als vroeger, ook heden
mijn Here nog woont in mij...

Nu ik weer weet waar mijn Here woont
kan ik Hem eindelijk vragen
of Hij mijn zoektocht nu beloont,
door mij heel even weer te dragen...
Spreuk van de dag

Ik heb een wolk van een vrouw. Als ze weg is, schijnt de zon.