.

.

donderdag 26 mei 2016

Weten wordt geloven, geloven wordt weten...

God is Geest en kan niet onderzocht of vastgelegd worden met de middelen of methoden van de wetenschap. Het bewijs leveren dat God niet bestaat kan natuurlijk niet. Het is zelfs uberhaubt onmogelijk te bewijzen dat iets of iemand niet bestaat. Toch kan het niet-bestaan wèl aannemelijk gemaakt worden als de onbetrouwbaarheid van de bron, de getuige, aangetoond kan worden. Dat wordt door advokaten in rechtzaken gedaan. Als bijvoorbeeld een getuige iets niet goed heeft kunnen waarnemen, of als een getuige op andere punten onwaarheid heeft gesproken, of als die getuige er zelf grote persoonlijke belangen bij heeft, dan zijn dat goeie redenen om de betrouwbaarheid van die getuige te betwijfelen. En daarmee dus ook de uitspraken van deze getuige.

De Bijbel is onze belangrijkste getuige. Stel nu dat iemand zou zeggen: 'Volgens de Bijbel bestaat God, maar ik heb goeie redenen om de betrouwbaarheid van de Bijbel in twijfel te trekken'. Het zou gigantisch nieuws zijn, dat wereldwijd in zou slaan als een bom! Maar je weet ook dat niemand dit ooit heeft kunnen waarmaken. Al eeuwenlang is geprobeerd te bewijzen dat de Bijbel onbetrouwbaar is en dat God dus niet bestaat. Maar niemand is er ooit in geslaagd, en veel van deze mensen zijn juist christen geworden door wat de bijbel, God’s Woord, hen te zeggen had.

Wees eerlijk en objectief bij het zoeken naar de waarheid en bepaal de realiteit van het christendom voor jezelf. God wil dat alle mensen gered worden en kennis van de waarheid krijgen. Maar Hij vraagt echt geen blind geloof, Hij wil juist dat je je verstand en inzicht gebruikt. Zoals de grote geleerde Pascal ooit zei: “Het is duidelijk dat de mens toegerust is om te denken. Daarin ligt al zijn waardigheid en zijn verdienste en zijn hele plicht is te denken zoals hij eigenlijk behoort. Dat wil zeggen dat begrip voor de werkelijkheid van God niet tot stand komt door wetenschappelijk denken van idee naar idee, met sluitende redeneringen, maar door middel van inzicht.”

Het ultieme inzicht is de vrucht van momenten van diepe ontroering, ontzag, lof, vrezen en beven en van totale verbazing, van besef van grootsheid, van gewaarwordingen die je ondergaat maar niet onder woorden kunt brengen, van ontdekkingen van het onbekende. Op het hoogtepunt van zulke momenten heb je de zekerheid dat God er is, voorbij alles wat zichtbaar en tastbaar is.

De Bijbel zegt: Eerbiedig ontzag voor God: dat is de basis van alle wijsheid en het kennen van God geeft meer inzicht. Als je inzicht probeert te krijgen en dat beschouwt als een heel groot goed, zul je merken wat eerbiedig ontzag voor God betekent. Dan zul je God werkelijk leren kennen. De God Die van jou heel persoonlijk houdt en Zich openbaart aan de mensen in de persoon van Jezus Christus. Met het christen-zijn wordt het verstand dus niet uitgeschakeld en is niet gebaseerd op blind geloof zoals wel gedacht wordt maar het is de van God ontvangen liefde die voorwaarde is tot inzicht in de waarheid. God Die Zijn liefde voor ons bewijst doordat Jezus Christus voor ons gestorven is. Zo heeft de hele wereld, door jezus Christus, weer toegang tot God de Vader. Wist je dat? Onderzoek het maar eens in Zijn Woord...
Je hebt zo van die dagen

Je hebt zo van die dagen die verglijden alsof de tijd niet bestaat. 

Je hebt ook van die dagen dat er zoveel gebeurt dat het lijkt of er weken verstreken zijn. 
Je hebt dagen die zich oneindig verlengen. 
Je hebt dagen die voorbij zijn voor ze begonnen zijn. 
Je hebt dagen dat de lucht van toekomst vervuld is. 
Je hebt dagen dat de geur van het verleden onontkoombaar is. 
Je hebt dagen die gelukkig voorbij zijn. 
Je hebt dagen die jammer genoeg bestonden. 
Je hebt dagen van hoop. 
Je hebt dagen van vrees. 
Je hebt dagen vervuld van alles wat een dag vervullen kan.
Je hebt dagen van leegte om alles wat weggevallen is. 
Je hebt dagen die ledigheid bieden (des duivels oorkussen, zo wil het spreekwoord). 
Je hebt dagen die vervulling schenken (de genade Gods, zo spreken zij die het horen kunnen).
Je hebt dagen van uiterlijke schijn. 
Je hebt dagen van innerlijke beroering. 
Je hebt dagen van invloed uitoefenen. 
Je hebt dagen van uitvoeren van uitvloeisels. 
Je hebt dagen van zonder moeite.
Je hebt dagen van geen stap te verzetten. 
Je hebt dagen die geen woord kan beschrijven.
Je hebt dagen die geen woord spreken.
Je hebt dagen die hoge verwachtingen hebben.
Je hebt dagen die lage spanningsbogen kennen.
Je hebt dagen die betekenis hebben.
Je hebt dagen die onopgemerkt voorbij gaan. 
En dan zijn er nog dagen.....

die ogen openen

die oren doen horen
die monden doen spreken
die moed geven

zaterdag 21 mei 2016

Defence rests....

"Waar BLIJF je nou met je rot-geloof !?!?"
..
"Heb je het nieuws de laatste tijd wel eens goed bekeken?! Nou? Heb je ergens jouw God kunnen zien ??"
..
"Waar ìs die rot-God van jou nu...hè?! Nou!? Nou!? Waar IS die nou?!"
..
" En dan moet je geloven in een God,..waar is ie dan als je hem nodig hebt?"
..
"ja dan is HIJ er niet.."


En zo zou ik nog een poosje door kunnen gaan...
Het gonst de laatste tijd van de verwijten naar een God, waar men niet in gelooft.
Zoveel leed, dat de laatste maanden, ja.. jaren ons, en dus ook mijn, netvlies passeert.
Huilende vaders, met kinderen op de arm, huilende moeders...zonder kinderen...
Ouden van dagen die steeds minder pensioen en zorg ontvangen. De zorg die stelselmatig wordt uitgehold.
Gemeenten en overheden, die steeds meer en meer hun eigen weg gaan, zonder zich ook maar één keer om de burger te bekommeren.
Anders gezegd: burgers, jong èn oud, die steeds meer en meer aan hun lot worden overgelaten, met een overheid die zich nog slechts en uitsluitend met de eigen (!) portemonee bezighoudt.
Om nog maar te zwijgen van de enkele honderdduizenden vluchtelingen en de steeds benarder wordende internationale toestanden.

Nee..of je nu gelooft dat Hij Allah heet..of Buddah..of Brahma.. of  Jahwe, het maakt bijna niet meer uit. Het komt er stomweg op neer dat: hóé Hij ook genoemd wordt...Hij IS er nu even niet! Althans...daar lijkt het op, het heeft er alle schijn van... zou je misschien denken.
We voelen zoveel nijd om ons heen, dat we er wel link voor uitkijken om NU het geloof aan te snijden als een gespreksonderwerp.
Nee, we kijken wel uit! We durven ons geloof zelfs nauwelijks meer te verdedigen! We kùnnen het niet eens verdedigen..!! En dan nòg: verdedigen we dan IETS...of IEMAND, verdedigen we dan een geloof, zeg: òns geloof, mijn geloof....of verdedigen we een God, mijn God?

En zomaar, out of the blue, knalt het opeens als een kanonskogel bij mij naar binnen:
Zoals we anderen niet hoeven te overtuigen van ons geloof, zo hoeven we datzelfde geloof ook niet naar anderen te verdedigen.
Toen de Liefde in Persoon werd aangeklaagd....zweeg de Liefde, wetend dat 'verdedigen' bij voorbaat zinloos was, in die zin dat het volk hem al bij voorbaat veroordeeld had.
Van àlle ellende en ongerechtigheden, die we thans op onze planeet kennen weet ik één ding zeker:
Dat wat ÌK, Sebo Hilberts, geloof, er heel zeker níét de oorzaak van is...
...ik geloof nl. in de Liefde.
Simpelweg Liefde met een hele grote hoofdletter 'L'.

Ik vraag me af: als iedereen weet dat slechtheid de oorzaak is van alle ellende in onze wereld, waarom de Liefde er dan voor aangeklaagd wordt?

vrijdag 20 mei 2016

Veraf of Dichtbij?

"Als iemand van u in nood is, laat hij dan bidden."
Het klinkt zo eenvoudig. Bijna té simpel.
Waarom zegt Jakobus: `laat hij bidden`?
En wat moeten of mogen we nu eigenlijk bidden? Dat God het leed zal wegnemen? Dat God onze pijn op welke wijze dan ook doet verdwijnen?
Ach, ik weet het niet.
Als de nood hoog is, is bidden soms alleen nog een woordeloos zuchten tot God, wetend dat Hij in Jezus Christus weet wat lijden is en hopend dat Hij ons begrijpt.
God geeft ons door zijn Woord de vaste overtuiging, dat we altijd van Hem zijn.
En bovendien, dat Hij met ons niet anders kàn handelen dan tot ons heil.
Het is soms moeilijk te geloven, te begrijpen, laat staan te aanvaarden.

In Psalm 121 tuurt iemand naar de bergkammen in de verte. Hij heeft hulp nodig.
Misschien wordt hij door vijanden belaagd, misschien is er ziekte in z'n gezin, misschien is hij alleen. Wie kan hem helpen? Een familielid misschien? Of een vriend? Hoe dan ook, als het om hulp van mensen gaat, moet die hulp daarginds, ver over de bergen, vandaan komen.
Zou er ooit iemand komen? Zou er iemand naar hem omzien?

Heel vaak wachten wij ook zo. We turen maar een beetje in alle richtingen, niet goed wetend wat we met onszelf aan moeten. Zeker in onze maatschappij vol drukte en hectic. We hopen dat iemand onze pijn ziet. Niet alleen de lichamelijke, maar zeker ook die andere pijn. Die pijn, waar we met iemand over willen praten, maar niet durven. Die pijn, die niemand ziet, maar die zo vreselijk aanwezig is. Zoals bijvoorbeeld eenzaamheid. Een stille pijn...
We wachten. En turen. En hopen..
Maar het wachten is tevergeefs. Het hopen ook.
Mensen vergeten ons. Ze zijn te druk met zichzelf. Ze hebben vaak te weinig invoelingsvermogen en heel vaak stellen mensen teleur. Dat gebeurt in je eigen familie-en kennissenkring en het gebeurt in de kring van de gemeente.

Een goede vriendin van me gaf het volgende voorbeeld:
Ze was geopereerd en kon dus niet meedoen aan een bijbelkring. Zelf alleen en zonder auto, was ze dus ook niet mobiel.
Trouw elke week de kring bezoekend, krijg je vanzelf ook een zekere band met elkaar... dacht ze.
Na een poosje werd die kring één deur verder gehouden dan de hare.
Alleen thuis in bed, hoopte ze dat aan de andere kant van muur de gedachten ook uit zouden gaan naar haar. Ze hoorde het gebruikelijke zingen en wenste dat ze erbij kon zijn. Nóg meer wenste ze, dat er iemand van de kring op het idee zou komen om even één deur verder aan te bellen of op z’n minst even op te bellen.
Eén deur verder...
Maar er gebeurde niets.
Er werd gebeden, gelezen, gezongen. Maar niemand dacht aan haar, die zo trouw maand in maand uit de kring bezocht had. Pas na enkele weken viel er een kaartje in de bus...

David snapte het in de derde regel al van Psalm 121: “..mijn hulp is van de Here..”
Hou maar op met staren in de verte. de hulp komt niet uit de verte, waar jij hem verwacht.
De hulp komt van heel dichtbij! “De Heer is uw bewaarder. Hij is de schaduw aan uw rechterhand.” Zó dichtbij komt God! Hij wil onze Vader zijn, die onze hand vasthoudt. Hij wil onafscheidelijk zijn, zoals onze schaduw onafscheidelijk van ons is.

God IS er voor ons, ook als wij Hem even niet zien. Als wij in de verte kijken. Het is GOD, die ons de hulp geeft, die we verwachten en nodig hebben. En we mogen Hem bij voorbaat al danken voor de hulp die al onderweg is, nog voordat wij in de gaten hebben dat we die nodig hebben!
Daarom moet ik maar op Hem vertrouwen. Terwijl ik in de verte staar, loopt Hij de hele tijd al naast me...
Je kunt God's bestaan niet bewijzen, noch dat Hij niet bestaat.

Maar ik geloof van wel! Hoevaak niet gebeurt het dat iemand tegen een bekeerling zegt: "Tsjonge! Wat ben JIJ veranderd, zeg!!" Ikzèlf heb het mogen beleven. Collega's murmelden onderling dingen als: "Wat is ie rustig geworden, hè! Zou ie verkering hebben?! Geen gevloek, geen laagovervliegend gereedschap...hij...hij flúít zelfs..!!!" Kijk, dàt is dat zaadje dat in mijn ogen in de juiste bodem is gevallen, ontsproten en langzaamaan tot een goeie (nochtans kleine) boom is geworden. Een goeie boom met een goeie vrucht. Een Geestelijke Vrucht die liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, hulpvaardigheid, en zelfbeheersing deed groeien. Dat is de vrucht van de Heilige Geest waarvan ik geloof dat het gaat om een wezenlijke 'gedaanteverandering', hetgeen 'bewijs' is voor hen die nog niet geloven, maar het wèl zagen gebeuren in hun collega, vriend, of familielid. Bewijs 'dat er méér is...' Het is net als wind. Wind ìs er. Maar je ziet de wind niet. Je ziet hooguit de takken in de bomen bewegen en we nemen aan dat dat de wind is. Maar bewijs is voor een christen niet nodig.Weten werd voor een christen gelóven. Als christenen gelóven we dat Jezus leeft. Door een belangrijke overgave zijn onze 'geestelijke ogen' geopend. Velen, waaronder ikzelf, mochten dat ook wezenlijk fysiek ervaren, maar ontelbaren hebben de Heer aangenomen zònder dat ze Hem zo intens voelden.
Alleen iemand die niet gelooft, heeft oprecht bewijs nodig dat God bestaat en kan dat bewijs alleen vinden in hen die christen menen en/of zeggen te zijn. Uit hùn verandering, houding, gedrag, instelling en uitspraken kan een niet-gelovige opmaken dat zij "anders" zijn. Dat betekent automatisch dat er op de schouders van de gelovige een grote 'bewijsvoerende' verantwoordelijkheid rust!! Namelijk die van GETUIGE... En dus, tot slot: wij hóéven God's bestaan niet te bewijzen naar anderen toe. Iets aan een ander proberen te bewijzen, betekent dat je diegene probeert te overtuigen en dat is nou net niet onze taak! Gòd overtuigt, wij gètuigen slechts.....