In de luwte van de 'storm'.
De storm heeft Nederland weer verlaten. De wind is gaan liggen, de schade is opgemaakt en overal is de grote schoonmaak begonnen. Men waagt zich weer op straat en het leven gaat weer verder alsof er niets gebeurd is.
Zo ook in huize Hilberts..
Het lijkt er steeds meer op dat de storm in mijn lichaam is gaan liggen en toen ik vanmorgen uit bed stapte, was ik zelfs zeer aangenaam verrast! De huid vóélt niet alleen goed aan; hij ziet er ook gewèldig uit!
En dus: kan ook hier de "grote schoonmaak" beginnen. Zalfjes (grotendeels) aan de kant, verbanden in de kast, zwachtels d'r achteran smijten, speciale kousen ook maar en enpassant het potje met de anti-jeuk-pilletjes met een wel heel professionele basketbalworp in het medicijnmandje mikken..van 5 meter afstand..
Misschien duurt het maar even, maar toch..
Eindelijk...
En dus: gaan mister and miss Hillbill er vandaag lekker op uit!
De auto had eniszins in de prak gezeten, maar is inmiddels gerepareerd en daar gaan we eens even lekker van genieten...
De Hillbillies verlaten het Enschedese en gaan eens even lekker op rommelmarktstrooptocht in den lande!
Moge de vreugde des Heren ook met jullie zijn vandaag,
wie weet, tot vanavond en anders: tot in den pruimentijd!
Sebo
.
zaterdag 7 december 2013
Een regenachtige avond
Alleen in een bijna lege trein,
kijkend door de beregende ruiten,
Nog net zie ik de ontbladerde bomen op een plein.
Het is al bijna donker buiten.
Enkele vluchtige schimmen nog in de regen,
op zoek naar hun eigen warme plek
En ik voel de trein opnieuw bewegen,
een klaaglijk kreunend en schokkend vertrek.
Voorbijflitsende bomen, verdwijnend stadslicht,
de lichtslang snijdt traag door het land.
Regendruppels belemmeren mijn zicht,
M’n boek ligt dichtgeslagen in m’n hand.
In de verte doemt alweer een andere stad
het eindpunt van deze verregende trein.
Ik droomde zo dat ik bijna vergat,
dat ook ik in deze stad moet zijn.
Eindelijk ben ik weer thuis, zo moet het zijn
natte kleren uit en steek een haardvuur aan.
Ik schenk voor mezelf een glas rooie wijn
en onttrek me behaaglijk aan ons jachtig bestaan.
Alleen in een bijna lege trein,
kijkend door de beregende ruiten,
Nog net zie ik de ontbladerde bomen op een plein.
Het is al bijna donker buiten.
Enkele vluchtige schimmen nog in de regen,
op zoek naar hun eigen warme plek
En ik voel de trein opnieuw bewegen,
een klaaglijk kreunend en schokkend vertrek.
Voorbijflitsende bomen, verdwijnend stadslicht,
de lichtslang snijdt traag door het land.
Regendruppels belemmeren mijn zicht,
M’n boek ligt dichtgeslagen in m’n hand.
In de verte doemt alweer een andere stad
het eindpunt van deze verregende trein.
Ik droomde zo dat ik bijna vergat,
dat ook ik in deze stad moet zijn.
Eindelijk ben ik weer thuis, zo moet het zijn
natte kleren uit en steek een haardvuur aan.
Ik schenk voor mezelf een glas rooie wijn
en onttrek me behaaglijk aan ons jachtig bestaan.
Abonneren op:
Posts (Atom)